De muts van de kardinaal
Deze dagen is hij goed te zien, struiken met steenrode tot purperrode doosvruchten. Het is een struik, soms een kleine boom, die op zonnige droge plaatsen in de duinen groeit. Kenmerkend zijn de donkergroene takken met een vierkantige vorm, een goed voelbaar kenmerk. Lijsters, mezen, roodborstjes en andere zaadeters zorgen voor de verspreiding van de zaden. De vierhokkige vruchten in de vorm van een kardinaalsmuts vallen wel degelijk op. Als de 4 kleppen openspringen, komen de oranje zaden tevoorschijn die lang aan de takken blijven hangen. Na de eerste nachtvorst dwarrelen bladeren en bessen van de struik. Maar als het niet te hard vriest, blijven de vruchtjes nog geruime tijd zitten.
Konijnen knagen vaak de bast van de takken en zorgen er zo voor dat de struik in de breedte uitgroeit. Aan de voet van oude struiken groeit vaak de Kardinaalsmutszwam, onopvallend tussen of onder rottend blad. Vretende konijnen zorgen voor wondjes waar de zwam makkelijk de stam binnen kan dringen.
De kardinaalsmuts is zeer aantrekkelijk voor de Grote kardinaalsmutsstippelmot. De rupsen van dit vlindertje overwinteren onder kapsels aan de takken. In het voorjaar komen zij er uit, hullen de hele struik in een net van spinseldraden en vreten alles kaal. Veel rupsen zijn prooi voor insectenetende zangvogels. In het begin van de zomer verpoppen de rupsen en het nieuwe blad komt aan de struik. Dit noemen we sint-janslot, daarna staat de struik weer volop in het blad en kan het in het nieuwe jaar van vooraf aan beginnen.
Zowel blad en bast als vruchten en zaden zijn voor mensen extreem giftig.
Wat dit te maken heeft met mij?
Geduld…