Poggenbeek – Het feuilleton (deel 2)
De klop op de deur was oorverdovend.
De Psycholoog voelde zich niet goed. Ze was onrustig, maar kon niet precies verklaren waarom. Ze had last van haar maag, was een beetje misselijk en haar slapen begonnen te kloppen. Zou het iets te maken hebben met haar bezoek aan de bunker?
In de bunker was ze de Schrijver tegen het lijf gelopen, die had verteld over de witte bal in de afgesloten kamer. De Psycholoog was geïntrigeerd geraakt door het verhaal en diep in gedachten was ze tegen de achterkant van het geel-zwarte geblokt lint aangelopen.
NIET BETREDEN – ASBEST
Dat stond op het lint. Met de Psycholoog waren ook de Schrijver, de Administrateur, de Bouwer en de Leraar de verkeerde ruimte in gelopen, die was gevuld met kapotte stoelen, een ouderwetse rolstoel, een krukje, wat oude elpees en een plastic tas van Albert Heijn. Asbest. Dat klonk niet goed. Het groepje keek elkaar in verwarring aan en er ontstond lichte paniek. Waren ze in gevaar?
De rest van de aanwezigen stond vanaf een veilige afstand te kijken naar de gebeurtenissen achter het lint toen de paniek oversloeg. Iemand huilde, een ander schreeuwde en weer een derde sloeg wild om zich heen. Pas toen de chaos compleet was waren de Begeleiders gekomen om de groep veilig uit de bunker te leiden. Ze hadden iets te drinken gekregen en toen was de rust teruggekeerd.
Weer die klop op de deur.
Wat moest ze doen? Zeggen dat ze zich niet goed voelde? Deken over haar hoofd en net doen of ze er niet was? Wat zou haar bezoeker daar wel niet van denken. En de Begeleider dan? Nee, verstoppen was geen optie. Ze was hier net een beetje ingeburgerd en zou de bezoeker te woord moeten staan.
“Hoe gaat het?” vroeg de bezoeker.
“Goed, maar dat kan ik beter aan u vragen,” antwoorde de Psycholoog. “U bent toch speciaal naar mij toe gekomen.”
De bezoeker dacht even na over zijn antwoord. “Met mij gaat het best goed.”
Terwijl hij sprak, liep hij de kamer in en keek onderzoekend om zich heen. Hij zocht ernaar, ging in een flits door De Psycholoog heen. De paniek nam opnieuw bezit van haar, maar ze kon haar gast niet wegsturen. Ze hadden per slot van rekening een afspraak.
“Ik hoorde van de gebeurtenissen in de Bunker en wil het daar graag even over hebben” zei de bezoeker.
De Psycholoog voelde haar hoofdpijn nu echt in alle hevigheid doorzetten. De herrie in haar hoofd, de pijn, de stem van de bezoeker, de geluiden op de gang.
Ze wankelde.